Skip to main content

Stand van zaken en achtergronden meningsverschil "Losse Reserve"

28 maart 2010

Zoals door FNV Bondgenoten/Cabin Pressure al enkele malen is gecommuniceerd, hebben wij een meningsverschil met KLM over de inzet van de zogenaamde “losse reserves”. Op uitnodiging van KLM hebben wij in samenspraak met onze juristen onze standpunten schriftelijk uiteengezet en het punt laten agenderen voor het overleg van 25 maart jl.

Een terugblik
We nemen je mee naar het prille begin van het ontstaan van PBS, ruim voordat FNV Bondgenoten/Cabin Pressure erkend werd als CAO-partij. In die tijd spraken KLM en VNC af, dat er behoefte was aan een indelingssysteem dat zou moeten leiden tot een harde 28-daagse indeling. Met de toetreding van FNV Bondgenoten/Cabin Pressure tot het arbeidsvoorwaardelijke overleg, is aan die discussie de zeggenschap van de CA over de indeling toegevoegd. Zeggenschap zou niet alleen moeten gaan over wannéér je vliegt, maar ook over wát je vliegt. Die combinatie maakt het namelijk mogelijk privé en werk optimaal te combineren. Wij hebben dat standpunt altijd en consequent ingebracht in alle overleggen waar de discussie over PBS werd gevoerd.

De combinatie van een harde 28-daagse indeling en de zeggenschap van de CA over de indeling, heeft uiteindelijk geleid tot een keuze voor PBS met daarin opgenomen een tweeweekse reservestelling. Het instemmen met een tweeweekse reservestelling was (en is nog steeds) voor ons een grote stap. Toen in maart 2008 bleek dat KLM ons onvoldoende tegemoet wilde komen met betrekking tot de zeggenschapscomponent, hebben we moeten besluiten om niet met KLM tot een afspraak te komen over PBS inclusief een tweeweekse reservestelling. Dat laatste heeft KLM en VNC er niet van weerhouden om in april 2008 alsnog, zonder FNV Bondgenoten/Cabin Pressure, tot een afspraak te komen die door ons werd gedoogd.

Achtergronden van ons standpunt
In die afspraken van april 2008 is er met betrekking tot de reservestelling een aantal zaken expliciet geregeld:

  • In de afspraken staat onder het kopje “tweeweekse reserve” vermeld dat, naast het tweeweekse reserveblok, er ook sprake blijft van Reserve Schiphol;
  • Er worden geen andere vormen van reserve genoemd en die zijn daarmee dus impliciet uitgesloten.

In de afspraken van april 2008 worden wel maatregelen genoemd die van toepassing zijn bij hersteldmelding en/of verstoringen, maar in geen van die afspraken wordt gesproken over “losse reserves”. Wij zijn er dan ook, bij het gedogen van de tussen KLM en VNC gemaakte afspraken, naar ons oordeel terecht van uitgegaan, dat er met de komst van PBS nog ‘slechts’ sprake is van twee vormen van reservestelling, namelijk de tweeweekse RT en Reserve Schiphol. Dat laatste wordt nog eens versterkt door het feit dat de CAO slechts een definitie kent van RT-blokken en Reserve Schiphol (blokken). Geen enkele andere vorm van reservestelling wordt nader gedefinieerd.

Toen eind 2008 de afspraken van april 2008 werden herbevestigd door KLM en VNC is er geen wijziging aangebracht in de afspraken rond het inzetten van reserves. Daarmee is naar ons oordeel opnieuw bevestigd dat er met de invoering van PBS slechts sprake kan zijn een tweeweekse RT en een Reserve Schiphol (blok). Verder wordt er in de door KLM aan de bonden aangeboden CAO-wijzigingen in het kader van het doorvoeren van PBS, op geen enkele wijze gerept over losse reserves als mogelijkheid om te komen tot het sluitend krijgen van indelingen bij verstoringen en/of hersteldmeldingen. Het bovenstaande, in combinatie met het gegeven dat losse reserves ook in de bestaande CAO-teksten niet zijn gedefinieerd of überhaupt als maatregel worden genoemd, maakt dat we concluderen dat ze als in te zetten maatregel dan ook niet aan de orde kunnen zijn.

Conclusie
Samenvattend stellen wij:

  • dat in de PBS-discussie met betrekking tot de harde 28-daagse indeling er door KLM, met uitzondering van een tweeweekse reservestelling, nooit nadere randvoorwaarden in de vorm van losse reserves zijn gesteld;
  • wat niet benoemd is in de CAO niet bestaat en dus, zoals dat in juridische termen heet, “niet verplichtend kan worden afgedwongen”;
  • dat losse reserves daarom niet aan de orde zijn binnen bestaande en/of door ons gedoogde afspraken;
  • dat ze dus ook niet kunnen worden ingezet.

Nogmaals, wij gaan er van uit, dat in een 28-daagse indeling zonder open rooster, je niet alleen weet wanneer je vliegt, maar ook wat je vliegt. Alleen wanneer er sprake is van een tweewekelijks reserveblok is dat niet duidelijk. Voor het overige is daar nergens een uitzondering voor gemaakt binnen de PBS-afspraken en de daaruit voortvloeiende CAO-wijzigingsvoorstellen. Dat kan ook niet, want anders zou de overeengekomen harde 28-daagse indeling een farce blijken te zijn.

In het cabineoverleg van 25 maart is op basis van onze standpunten de discussie opgestart, die wij zullen voortzetten in het extra overleg in april dat nog moet worden gepland. VNC vond “losse reserves” in eerste instantie een issue tussen KLM en FNV Bondgenoten/Cabin Pressure en hield zich afzijdig. Gelukkig is men van mening veranderd en deelt men sinds het cabineoverleg van 25 maart jl. onze standpunten en argumenten.

Redactie Cabin Pressure