Skip to main content

AOW en Pensioen

28 mei 2010

De afgelopen dagen is er het nodige naar buiten gekomen over een mogelijk op handen zijnd akkoord tussen centrale werkgevers en werknemersorganisaties over de toekomstige inrichting van de AOW en Pensioenen. Onderstaand een poging één en ander in perspectief te plaatsen. 

Begrip                                                                                                                                        Er is bij mij alle begrip voor het feit dat je verontrust raakt op het moment dat je via de krant, de TV of radio verneemt dat de AOW- en pensioenleeftijd worden verhoogd en dat daar bovendien op gekort gaat worden, of dat nu waar is of niet. Dat die onrust toeneemt als je hoort en ziet dat jouw vakbond met de werkgevers afspraken aan het maken is over de manier waarop dat in de toekomst zou moeten, is nog meer te begrijpen. Toch is het verstandiger om vanuit de feiten met elkaar het gesprek te voeren en de eventueel te maken afspraken in perspectief te plaatsen. Alvorens dat te doen moet mij echter van het hart dat ik het betreur dat er al stellingen worden betrokken voordat we überhaupt met elkaar gesproken hebben over dit emotioneel beladen onderwerp en kennis hebben genomen van de feitelijke uitkomst die er, zo kan ik verzekeren op het moment dat ik dit schrijf, nog niet is. Ik beveel de bijeenkomst van 17 juni daarom nogmaals bij al onze leden aan en nodig hen uit om met elkaar de discussie aan te gaan.

De realiteit
De realiteit van vandaag is dat er al geruime tijd beleidsvoornemens in Den Haag circuleren om de AOW- en Pensioenleeftijd naar 67 jaar te brengen. Sterker nog, als er geen kabinetscrisis was geweest, dan waren daarover in de Tweede Kamer al besluiten genomen. Tegen die plannen is van maart 2009 tot maart 2010 gestreden door de vakbeweging waarbij onze FNV voorop is gegaan. Eén van de hoogtepunten daarbij was een demonstratie met meer dan 10.000 mensen in Rotterdam, waarbij het beroep van CA als voorbeeld van een zwaar beroep werd opgevoerd. Eén van onze leden behoorde bij de zeven mensen die werden geïnterviewd over de zwaarte van hun beroep. We slaagden er echter niet in om politiek en werkgevers te overtuigen van ons gelijk, ook al konden onze plannen en ons verzet rekenen op veel sympathie bij de bevolking.

Nadat het Kabinet was gevallen en er verkiezingen werden aangekondigd, stelden we ons vertrouwen in het feit dat politieke partijen in hun verkiezingsprogramma's kleur zouden gaan bekennen over AOW en Pensioen en dat zij hierop mogelijk zouden worden afgerekend door de kiezer. Natuurlijk moeten de verkiezingen nog plaatsvinden, maar wie op dit moment de balans opmaakt ziet dat de partijen die AOW- en Pensioenleeftijd versneld naar 67 willen brengen op winst staan. Er is dan ook een grote kans dat er een coalitie komt die de plannen van de vorige regering versneld gaat uitvoeren.

De keuze om in te zetten op zware beroepen is tot op dit moment geen begaanbare weg gebleken. Niet alleen lijkt dat uit te monden in concurrentie tussen werknemers in verschillende beroepen over de vraag of hun beroep zwaar is. Ook is gebleken dat, zodra de groep die dit predicaat terecht verdient groot is, er een blokkade ontstaat bij werkgevers en overheid in verband met de kosten en daarmee dus een risico dat werkgevers versneld afscheid willen nemen van collega's in dat beroep.

Waar we soms wat al te gemakkelijk aan voorbij gaan is het feit dat het gros van de pensioenfondsen al lang niet meer kan voldoen aan de verwachtingen die we als werknemers vaak hebben. De economische crisis heeft in korte tijd helder gemaakt dat wie nu wat verder van zijn pensioendatum afstaat, de grootste moeite zal hebben om met 65 jaar op basis van 70% (pensioen + AOW) van het laatst verdiende salaris met pensioen te gaan. Niet voor niets worden binnen het Cabinefonds studies uitgevoerd en zullen er binnenkort adviezen worden uitgebracht m.b.t. de financiering en uitvoering van de regeling. Dat is één van de redenen waarom wij over pensioenen met onze leden in gesprek willen gaan op 17 juni aanstaande.

Wat me pijn doet te moeten erkennen is dat wij als FNV-ers er tot op heden en met elkaar (leden, kaderleden en bestuurders) ondanks vele pogingen daartoe, er niet in geslaagd zijn om massaal verzet te organiseren tegen de ‘Haagse' en vaak door werkgevers gesteunde AOW- en Pensioenplannen. We kunnen ons troosten met de gedachte dat we, in tegenstelling tot vele andere (categorale) vakbonden, nog wel in verzet zijn gekomen en duidelijk hebben gemaakt waar we staan. De realiteit is dat de sympathie die er zeker is onder grote delen van de bevolking voor onze alternatieven voor de AOW plannen en de bezuinigingen, niet leidt tot massaal verzet, of tot stembusgedrag dat de politieke partijen op hun stappen laat terugkeren.

Ons beleid                                                                                                                              We hebben tot op heden vastgehouden en zullen ook in de toekomst vasthouden aan het uitgangspunt dat iedere werknemer en dus ook iedere CA in een 100% dienstverband gezond zijn/haar pensioen moet kunnen halen. Dat realiseren wordt er niet gemakkelijker op als die pensioenleeftijd opschuift. Dat stelt meer en meer de eis dat we met elkaar moeten gaan werken aan het terugdringen van de werkbelasting die ons vak met zich meebrengt. Dat zal absoluut niet eenvoudig zijn en leiden tot moeilijke, soms zelfs fundamentele, keuzes.

In het CAO-protocol dat op dit moment ter goedkeuring voorligt aan onze leden zijn niet voor niets afspraken opgenomen in het hoofdstuk van de vernieuwingsagenda. Die afspraken kunnen een bijdrage leveren aan het verlichten van de werkbelasting. Ze kunnen CA's verder in staat stellen om verantwoorde keuzes te maken rond arbeidsomstandigheden en inkomen, in combinatie met de levensfase waarin zij zich bevinden. Dat is naar ons oordeel een veel duurzamere oplossing. Een oplossing die de verantwoordelijkheid legt waar hij thuishoort, namelijk bij de werkgever als het gaat om het bieden van de juiste omstandigheden en faciliteiten en bij de werknemer als het gaat om daar verantwoord gebruik van te maken.

Hoe nu verder                                                                                                                        Als FNV Bondgenoten/Cabin Pressure lopen we niet blind achter de FNV aan. We laten regelmatig een eigen geluid horen en dat hoort ook zo in een vakbeweging die wil laten zien er voor alle werknemers te zijn. Dat vraagt dat we ons soms moeten schikken in beleid, maar dat gebeurt nooit eerder dan op het moment dat onze leden zich hebben uitgesproken. Bij belangrijke beslissingen doen we dat op basis van het ‘one men, one vote principe'. Er zijn niet zoveel organisaties in Nederland waar dat principe geldt en daar mogen we met elkaar trots op zijn. Het is echter niet alleen stemmen. Het is ook met elkaar stevig in discussie gaan en de bereidheid hebben om, indien nodig, met elkaar in beweging te komen. Dat laatste is wat mij betreft de kern van het vakbeweging zijn. Ik ben er trots op dat wij leden hebben die kritisch zijn, die durven te discussiëren en die zo nodig in actie komen. Maar als we in verzet komen hoop ik dat we dat dan doen tegen onze werkelijke tegenspelers en niet tegen elkaar.

Ik kijk uit naar nog vele goede en eerlijke discussies tijdens toekomstige themabijeenkomsten en ik hoop in dat kader op vele verstandige besluiten op basis van een solidaire grondslag.

It isn't about you, or me. It's about us!

Leen van der List                                                                                        Vakbondsbestuurder