Skip to main content

Zitting rechtszaak Stichting Cabinebelangen-KLM-FNV Cabine-VNC

19 augustus 2013

Maandag 19 augustus vond de rechtszitting plaats in de zaak tussen eiseres Stichting Cabinebelangen (belanghebbende partij namens het ex-Martinair Cabinepersoneel) en gedaagde partij KLM. Centraal stond de rechtsvraag of er sprake was van overgang van onderneming bij de indienstneming van het ex-Martinair Cabinepersoneel door KLM.

Tegenstrijdige belangen

In deze zitting zijn partijen in de gelegenheid gesteld om hun kijk te geven op het geschil door de feiten verder voor het voetlicht te brengen. In dat kader onderstreepte Stichting Cabinebelangen dat er wat haar betreft indertijd sprake was van overgang van onderneming. Het gevolg daarvan zou kunnen zijn dat de ex-Martinair medewerkers recht hebben op behoud van hun bij Martinair opgebouwde dienstjaren en functie. Op basis daarvan zouden zij volgens de Stichting horizontaal behoren in te stromen. KLM gaf op haar beurt aan de overtuiging te hebben dat er geen sprake was van de voorwaarden waaronder gesproken kan worden van overgang van onderneming en dat zij destijds op legitieme gronden de ex-Martinair medewerkers een baan bij KLM heeft aangeboden.

Senioriteitsprincipe

Voor FNV Cabine is het vooral van belang dat de geldende CAO-afspraken betreffende het senioriteitsprincipe zullen worden nageleefd. Bij de indienstneming van het ex-Martinair Cabinepersoneel hebben Bonden en KLM duidelijke afspraken gemaakt, rekening houdend met de tegenstrijdige belangen van het KLM Cabinepersoneel en de voormalige Martinair collega’s. Horizontale instroom zou dan ook een ondermijning zijn van het sinds jaar en dag geldende senioriteitsprincipe binnen KLM Inflight Services, wat zou leiden tot een forse inbreuk op de carrièreperspectieven van het oorspronkelijke KLM Cabinepersoneel. Daar heeft FNV Cabine tijdens de zitting de rechter van proberen te overtuigen.

Vervolgproces

Gezien de complexiteit van de zaak zullen partijen de komende drie maanden verder in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijk aanvullende argumenten en feiten uit te wisselen. Vervolgens zal de kantonrechter besluiten of er behoefte is aan een tweede zitting, of dat direct kan worden overgegaan tot het wijzen van een vonnis. We zullen de ontwikkelingen nauwgezet volgen en via de gebruikelijke kanalen communiceren.

Redactie FNV Cabine